Voor het opslaan van 10 ton verpakte, gevaarlijke stoffen, heeft het fictieve bedrijf twee mogelijkheden die beschreven zijn in de PGS 15:2016.
Opslagmethode 1: Uitpandig, volgens PGS 15:2016
Aan deze uitpandige opslag worden (o.a.) de volgende eisen gesteld die belangrijk zijn voor de analyse:
- Maximaal 1.000 m2 (v.s. 3.2.1);
- Brandwerendheid van 60 minuten (v.s. 3.2.2 en v.s. 3.2.3).
Opslagmethode 2: Inpandig, volgens PGS 15:2016
Aan deze inpandige opslag worden (o.a.) de volgende eisen gesteld die belangrijk zijn voor de analyse:
- Maximaal 2.500 kg per opslagvoorziening (v.s. 3.2.4);
- Brandwerendheid van 60 minuten (v.s. 3.2.2 en v.s. 3.2.3).
Opslagmethode 3: Gelijkwaardig (inpandig), zoals voorheen beschreven in PGS 15:2011
Aan deze inpandige opslag worden (o.a.) de volgende eisen gesteld die belangrijk zijn voor de analyse:
- Brandwerendheid van 60 minuten;
- In de opslagvoorziening een gecertificeerde brandmeldinstallatie overeenkomstig NEN 2535 plaatsen, met doormelding naar een 24-uurs bezette post.
Risico’s bij een brand BUITEN de opslagvoorziening
Bij de uitpandige opslag bedraagt de vuurlast 10 ton, die 60 minuten brandwerend gescheiden is van de externe brand. Deze opslag is relatief eenvoudig te beschermen met waterscherm door inzet van de brandweer.
Bij de inpandige opslag, bedraagt de vuurlast 10 ton. Deze is verdeeld over vier opslagvoorzieningen, die elk 60 minuten brandwerend gescheiden is van de externe brand. Vanwege de inpandige ligging en de verdeling/verspreiding, is deze moeilijker te beschermen door brandweerinzet dan de uitpandige opslag.
Bij de gelijkwaardige oplossing die 60 minuten brandwerend gescheiden is van de externe brand. De opslag is moeilijker te beschermen door brandweerinzet dan de uitpandige opslag vanwege de inpandige ligging, maar eenvoudiger dan de verdeelde inpandige opslag.
Risico’s bij een brand BINNEN de opslagvoorziening
Bij de uitpandige opslag bedraagt de vuurlast 10 ton, na 60 minuten faalt de opslagvoorziening. Omliggende objecten zijn dan te beschermen met waterscherm door inzet van de brandweer. Er wordt verwacht dat 60 minuten voldoende tijd is om brandweerinzet te bewerkstelligen.
Bij de inpandige opslag, bedraagt de vuurlast 2,5 ton. Vanwege de inpandige ligging, wordt aangenomen dat de brand moeilijker te bestrijden is dan een buitenbrand. Als mitigerende maatregel is de vuurlast gereduceerd.
Bij de gelijkwaardige oplossing wordt een brand automatisch gedoofd door verstikking. De opslagvoorzieningen van Anlag hebben een aantal (mogelijke) openingen. De ventilatie-opening heeft een vlinderklep die zichzelf sluit bij een temperatuur van ca. 58 °C. Mocht de deur openstaan, dan zal deze bij een temperatuur van ca. 100 °C sluiten. Vanaf diezelfde temperatuur, zal ook het opschuimen van de Promaseal band beginnen. Hiermee worden mogelijke kieren zo goed als luchtdicht afgesloten. Nog voordat een brand binnen de opslagvoorziening zich volledig kan ontwikkelen, wordt de opslagvoorziening praktisch luchtdicht afgesloten, met een verstikking van de brand tot gevolg. Brandweer inzet is dan vereist om eventuele ontbranding van de warme, brandbare dampen en gassen in de opslag bij het openen van de opslagvoorziening (backdraft) te voorkomen. Dit wordt gerealiseerd door middel van de interne brandmelder met doormelding.