De plek waar het gas opslagsysteem komt te staan op het terrein, kent ook een aantal voorschriften. Deze hebben met name tot doel het risico op warmte aanstraling bij brand te beperken. (WBDBO: weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag)
Onderstaand ziet u een tabel met de afstanden van de opslagvoorziening tot de inrichtingsgrens of bouwwerken van de in inrichting of brandbare objecten.
(Bron : PGS 15:2016 versie 1.0 (09-2016)
Bij de afbeeldingen ziet u 2 situaties; in beide situatie wordt er een gasberging geplaatst tegen de gevel van een gebouw.
In situatie 1 dient de gasberging volledig brandwerend te zijn.
Doordat er een gasberging wordt geplaatst tegen een gevel waarbij op ongeveer 3 meter hoogte raampartijen zitten en waarbij op de begane grond een niet brandwerende toegangsdeur zit, voldoet deze gevel niet aan de WBDBO van 60 minuten. Ook is de afstand tot brandbare objecten minder dan 3 meter.
Vanuit de PGS 15 is hier de enige juiste oplossing een opslagsysteem voor gasflessen, die volledig 60 minuten brandwerend is.
In situatie 2 is het toegestaan om de gasflessen in een niet-brandwerende voorziening op te slaan.
Indien de ruimte beschikbaar is, is het vaak toegestaan om gasflessen in een niet-brandwerende voorziening op te slaan. Bijvoorbeeld tegen een brandwerende gevel of op een veilige afstand van gebouwen, inrichtingsgrens en brandbare objecten. Wel dient de opslagvoorziening afgesloten te kunnen worden. Indien opslag van gasflessen plaatsvindt tegen de gevel van een tot de inrichting behorend bouwwerk moet deze wand een WBDBO van ten minste 60 minuten bezitten. Indien de wand meer dan 4 meter hoog is, geldt deze eis alleen voor de eerste vier meter; indien de wand aan weerszijden van de opslag verder dan 2 meter doorloopt, geldt de eis alleen voor de eerste 2 meter links en rechts van de opslag.